Lees het interview van CEO Tijmen de Gelder met Funda over het inzetten van woningdata
Sluiten X

Strengere eisen aan portefeuillewaarderingen


Hoewel de meeste aandacht uitgaat naar de gevolgen van de EBA richtlijnen bij het verstrekken van nieuwe hypotheken, zijn de gevolgen bij het beheer van een bestaande hypotheekportefeuille misschien nog wel groter. De EBA vereist namelijk actief beleid van hypotheekverstrekkers voor het monitoren en herwaarderen van onderpanden. De aanpak van monitoring en herwaardering van onderpanden die de EBA voorstelt, is nieuw voor de meeste hypotheekverstrekkers.


Indexeren is onvoldoende gedetaillleerd

In de dagelijkse praktijk komt het nog regelmatig voor dat onderpandswaardes ge-update worden door de woningwaarde bij aanvang van de hypotheek te indexeren aan de hand van cijfers van het Kadaster en het CBS over de prijsontwikkeling van woningen per provincie. Deze methode zal onder de nieuwe richtlijnen van de EBA niet meer voldoen.


Als herwaardering noodzakelijk is dan mag dit, in veel gevallen, uitgevoerd worden door middel van statistische modellen. De EBA stelt hier echter ook strenge eisen aan. Zo moeten de modellen betrouwbaar en valide zijn en goed getest worden. Daarnaast eist de EBA dat de modellen gebaseerd zijn op grote hoeveelheden gedetailleerde data waarbij rekening gehouden wordt met individuele kenmerken van het onderpand. Als gevolg van deze eisen voldoet ook hier de indexatiemethode niet meer. De data die gebruikt wordt bij indexatie is namelijk niet gedetailleerd en onderpand specifiek, maar gaat uit van een gemiddelde prijsontwikkeling van woningen. Deze manier van waardebepaling is te globaal, waardoor er grote afwijkingen kunnen ontstaan ten opzicht van de werkelijke waarde. In dezelfde provincie krijgen woningen in een grote stad bijvoorbeeld dezelfde prijsindex als woningen op het platteland, terwijl de prijsontwikkeling vaak zal afwijken.

Om invulling te kunnen geven aan richtlijnen voor het monitoren en herwaarderen van onderpanden, zullen hypotheekverstrekkers er dus niet aan ontkomen om over te stappen op geavanceerde statistische modellen, die afwijkingen kunnen signaleren in de controlefase en herwaarderingen op een betrouwbare en valide manier kunnen uitvoeren